Overzicht trombo-embolie risico
Het risico op trombo-embolieën is afhankelijk van:
De indicatie waarvoor de anticoagulantia worden gegevenDe duur van de onderbreking van antistollingDe wijze van antistolling Hoog risico
Hoog risico voor arteriële trombo-embolie
> 10% per jaar
Hoog risico voor veneuze trombo-embolie
> 10% per maand
Klinische status hoog risico
Geïsoleerd atriumfibrilleren, zonder klepgebrek, met CHA2DS2-VASc-score: 8-9Geïsoleerd atriumfibrilleren met reumatische hartziekteAtriumfibrilleren met mechanische hartklep of recent (<6 maanden) herseninfarct/TIA ongeacht de CHA2DS2-VASc-scoreBij biokleppen (inclusief TAVI) < 3 maanden geleden geplaatst, alleen alleen op indicatie van de operateurMechanische hartklep in mitralis, tricuspidalis of pulmonalis positieAortamechanoprothesen met extra risicofactor in overleg met de operateurHartklepprothese (inclusief bioklep) met extra risicofactorMechanische hartklep oud model: caged ball, tilting disc (Starr-Edwards, Björk-Shiley)Intracardiale trombus< 3 maanden na een veneuze trombo-embolie (VTE) (eerste episode of recidief)Recidief VTE onder antistollingRecidief VTE bij eerdere tijdelijke onderbreking van antistolling (ook > 3 maanden laatste event)Recidiverend herseninfarct/ TIA bij symptomatische ACI stenose Laag risico
Laag risico voor arteriële trombo-embolie
< 10% per jaar
Laag risico voor veneuze trombo-embolie
< 10% per maand
Klinische status laag risico
Geïsoleerd atriumfibrilleren, CHA2DS2-VASc-score: 0-7 en geen recent (< 6 maanden) herseninfarct/ TIAMechanische hartklep in aortapositie > 3 maanden geleden geplaatst zonder extra risicofactorBioklep > 3 maanden geleden geplaatstRecidiverend herseninfarct/TIA zonder additionele hoog risicofactor (atriumfibrilleren, symptomatische, signifcante ACI stenose, antifosfolipidensyndroom)Eenmalig TIA/herseninfarct> 3 maanden na eerste of recidief VTE en geen recidief onder antistolling