Informatievoorziening
Bij vragen, in geval van een bloeding en als een patiënt een behandeling moet ondergaan, moet het voor de patiënt duidelijk zijn met wie er laagdrempelig contact opgenomen kan worden. Dit is de behandelaar van de patiënt, waarbij dit de specialist of de huisarts kan zijn. Dit moet goed worden vastgelegd en duidelijk zijn voor de patiënt. Ook moeten de afspraken over controles - bij de medisch specialist in het ziekenhuis, bij de huisarts, bij de mondzorgverlener, of bij de trombosedienst - duidelijk zijn. Naast deze informatie die betrekking heeft op de individuele patiënt, kan de patiënt ook gewezen worden op algemene informatiebronnen
Websites en folders die informatie bieden over antitrombotica
Het is van belang dat medisch specialisten, trombosediensten, huisartsen, specialist
ouderengeneeskunde, apothekers en tandartsen elkaars voorlichtingsmateriaal beoordelen en het
gebruik regionaal of lokaal afstemmen. Lokaal zijn hiervoor reeds initiatieven ontplooid,
bijvoorbeeld via regiotafels antistolling of antistollingscommissies in het ziekenhuis.
Een recent verschenen internationale richtlijn adviseert iedere DOAC-gebruiker te voorzien van
een (zak)kaartje met daarop de naam en dosering van de voorgeschreven DOAC (zie onder). Deze taak kan in overleg met de voorschrijver en apotheker worden
verdeeld. Vraag de patiënt om toestemming voor het gebruik van het Landelijk Schakelpunt voor het delen van patiëntgegevens.